Vacuümverpakt rundvlees: feiten vs. fabels

Over vacuümvlees doen heel wat verhalen de ronde, maar wat klopt nu echt en wat is pure achterklap? Blijft vacuüm vlees echt langer vers en heeft het daardoor een afwijkende kleur? Tijd om de feiten van de fabels te scheiden en een helder beeld te schetsen van wat vacuümvlees nu echt te bieden heeft.

Feit. Bij vacuüm verpakken scheid je vlees en lucht van elkaar. En dat is goed nieuws, want lucht is de beste vriend van bacteriën. Door ze de adem af te snijden, krijgen ze geen kans om zich te vermenigvuldigen en vertraag je het proces van oxidatie. Al bestaan er ook bacteriën die geen zuurstof nodig hebben. Bewaar het vlees dus altijd koel, bij voorkeur onder de 2 °C.

Feit. Door het vlees vacuüm te trekken, boots je de werking van rijpen op het karkas na. Daardoor wordt het vlees extra mals. Wie zo’n stuk in de diepvriezer bewaart, kan het zelfs tot zes maanden na datum nog eten.

Fabel. Rundvlees krijgt zijn rode kleur door de zuurstof in de lucht. In een vacuümverpakking wordt het vlees iets paarser en donkerder, maar de smaak en kwaliteit blijven volledig behouden. Zodra het vlees uit de vacuümverpakking komt, herstelt het vanzelf zijn rode kleur.

Feit. Bon’Ap gebruikt minder plastic door te vacumeren. Daarbij neemt het vlees op die manier ook minder plek in jouw koelkast of diepvries in. Win-win.

Fabel. Vlees dat vacuüm verpakt is, lijkt misschien enkel in een professionele keuken thuis te horen, maar kan ook perfect in jouw koelkast of diepvries
liggen.

Fabel. Vacuüm verpakken heeft geen invloed op de voedingswaarde. Het zorgt ervoor dat smaken en voedingsstoffen behouden blijven door
uitdroging of oxidatie te voorkomen, wat de versheid en kwaliteit van het vlees ten goede komt.